Beilervaart
De Beilervaart is een ruim 10 km. lange vaart tussen Hoogersmilde en Beilen. De aanleg in 1791 diende een tweeledig doel: het kanaal droeg bij aan de aanvoer van water naar de Drentsche Hoofdvaart en het gaf de Beilenaren een scheepvaartweg naar Meppel. In 1810 werd de vaart verbeterd. In 1926 gebeurde dat vanwege de aanleg van het aansluitende Linthorst Homankanaal nogmaals, nu als werkverschaffingsobjecten. Dit kanaal is thans geen vaarweg meer. Na de aanleg van de vaart werden er keuterijen en arbeiderswoningen gebouwd.
In Beilen gaat de Beilervaart over in het Linthorst Homankanaal dat uitmondt in de Hoogeveense Vaart. De vaart komt door de buurtschap Beilervaart. De vaart is niet meer bevaarbaar. Over de vaart liggen vier (nu vaste) bruggen. Bij Beilen is een deel van de Beilervaart gedempt om plaats te maken voor een rotonde.
Ontstaan Beilervaart
De Drentsche Hoofdvaart had in drogere perioden ter hoogte van Smilde een te lage waterstand voor grotere vrachtschepen. Er moest dan daar overgeladen worden op kleinere vrachtschepen. Eind 18e eeuw bedacht men in Beilen dat aansluiting met deze hoofdvaart gunstig voor de handel zou zijn. Iemand bedacht het lumineuze idee om de Beilerstroom ervoor te gebruiken om de waterstand van de hoofdvaart ter hoogte van Smilde te verhogen, zodat overladen daar niet meer nodig was. Metingen wezen toen uit, dat dit inderdaad het geval zou zijn. In 1789 werd er met Lantschap Drenthe een overeenkomst gesloten over de aanleg van de vaart.
De Beilerstroom liep toen achter de begraafplaats van de Torenlaan en liep toen verder daar waar nu de dierenweide is. Ter hoogte van waar nu de straat "het Schut" (bij zwembad "de Peppel") is, werd een rijkskeerschut aangebracht. Van hieraf liep aan afwateringskanaaltje, 't klein Vaortie, via de Nassaukade naar de haven om de Beilervaart van water te voorzien. Bijkomend voordeel was dat het laaggelegen Meppel zo ook meer ontlast werd van overtallig water.
In 1926 werd het Linthorst Homankanaal geopend. Deze had een aansluiting met de Beilervaart ter hoogte van waar nu de scholengemeenschap is. Dit kanaal ligt tussen Beilen en Noordscheschut en verbindt de Beilervaart met Hoogeveense Vaart. Het kanaal is geopend in 1926. In 1927, een jaar na de opening, voeren er 1200 schepen door het kanaal.
Het kanaal, genoemd naar het bekende Drentse regentengeslacht Linthorst Homan, vormde een belangrijke reden voor de vestiging van het vuilafvoerbedrijf, de VAM in Wijster. Jan Tijmens Linthorst Homan, Commissaris der Koningin van Drenthe van 1917-1931, speelde een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de Drentse waterhuishouding en de oprichting van de VAM.
Het kanaal en het speciaal daarvoor gegraven zijkanaal, het VAM-kanaal, had volgens de oorspronkelijke planning een belangrijke functie moeten vervullen ten behoeve van de VAM. De verwachtingen met betrekking tot het vervoer over dit kanaal zijn niet uitgekomen vanwege andere transportmogelijkheden. Het kanaal is in de jaren zeventig voor de scheepvaart gesloten. Het kanaal is niet meer bevaarbaar, maar doet nog wel dienst voor de aan- en afvoer van water in het gebied