Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

We waren bij de oorlogsgraven gebleven in deel 3.

Loop richting de school naar het langwerpige grafmonument van Geesje Schans.

Deel 1 begraafplaatsroute
Deel 2 begraafplaatsroute
Deel 3 begraafplaatsroute
Deel 4 begraafplaatsroute

Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Geesje Schans

Op de inzet haar foto. Deze zat in het rondje van de grafzerk afgebeeld. Het komt vaker voor dat ovale pasfoto’s op de zerken zijn aangebracht.Het portret van de overledene komt tegemoet aan de behoefte van de nabestaanden om de beeltenis te integreren in het grafmonument.

Geesje werd op 10 oktober 1920 op gruwelijke wijze om het leven gebracht.

Op 10 oktober 1920 ging Geesje na het middageten om ongeveer half twee van huis aan de Lheebroekerstraat in de richting van Smalbroek. Toen Geesje 's avonds niet thuiskwam, maakte haar vader zich ongerust en ging met een paar buren op zoek naar zijn jongste kind. Uiteindelijk vonden ze Geesje. Geesje was gruwelijk mishandeld en daarna gedood. Met een stomp voorwerp was haar schedel ingeslagen en met een mes haar hals en polsen doorgesneden. De dader werd kort daarna opgepakt.

Mevr. R. Gerding heeft een stuk over de moord op Geesje geschreven in het tijdschrift van de historische vereniging Beilen.

Overlijdensakte Geesje
Lees meer over de moord op Geesje

Oorlogsslachtoffers en verzethoek

We lopen weer terug en houden de uit de kluiten gewassen beuk aan de rechterhand. Na de lage taxushaag gaan rechts. We komen bij een soort rotonde van graven uit. Hier ligt een aantal verzetsstrijders. De meesten zijn geëxecuteerd tijdens de oorlog.

Fietsroute verzet

Dhr. G.J. Dijkstra heeft rond Beilen een fietsroute gemaakt langs historische punten met raakpunten met het verzet.
Klik op onderstaande knop voor de beschrijving.

Fietsroute Verzet
Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Egbert Oosting

We lopen even naar links en beginnen bij Egbert Oosting, op 9-jarige leeftijd omgekomen bij beschietingen door Engelse vliegtuigen. Op 3 februari 1945, even na het middaguur, beschoten deze op Eursing, nabij de afslag naar Klatering, drie personenauto's beschoten. Twee auto's raakten daarbij zwaar beschadigd, een derde werd in brand geschoten. Deze was van de Sicherheitsdienst. De inzittende bleef ongedeerd.

Symboliek:

De roos op de grafsteen heeft als betekenis liefde, vreugde, geluk, genegenheid, maar ook kwetsbaarheid.

Lees meer over beschietingen
Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Nico Viëtor

Rechts daarvan het graf van Nico Viëtor. Hij begon zijn carrière in 1935 bij de gemeentepolitie in Den Haag. Hij werd in april 1940 veldwachter in Tiendeveen om vervolgens in december 1941 aangesteld te worden als chef van de politie in de gemeente Beilen. In maart 1943 werd hij bovendien bevorderd tot opperwachtmeester.

Nico Viëtor was in de tweede wereldoorlog een verzetsstrijder. Samen met burgemeester Wijtema heeft hij voorkomen, dat Joden gedeporteerd werden.

Viëtor hield zich verder bezig met het in veiligheid brengen van neergestorte geallieerde piloten. Ook was hij betrokken bij dodelijke aanslag op opperwachtmeester Hendrik Huizing op 11 maart 1944 door Johannes Post, Frits Smit, Arie Stramrood en Nol Wildschut.

Zowel Viëtor als zijn vrouw Lien Schuur waren in de onderduiktijd nog steeds betrokken bij het verzet. Zo nam Lien Schuur deel aan een wapendropping bij Tiendeveen. Verder trad zij op als koerierster voor haar man.

Nico kwam na de oorlog om tijdens een auto-ongeval.

Het plantsoen aan de Kerkstraat is naar hem vernoemd en er is daar een gedenksteen geplaatst. Nico Viëtor woonde op Julianastraat 12.

Lees meer over Nico Viëtor
Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Jan Vroom

Rechts van Nico Viëtor het graf van Jan Vroom. Jan was landbouwer en verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. Hij was koerier van een geheime zender en werd verraden door Geessien Bleeker. Zijn betrokkenheid bij het verzet moest hij met de dood bekopen.In de periode tussen oktober 1944 en februari 1945 kreeg Jan Vroom "verkering" met Geessien Bleeker, hoewel hij de relatie serieuzer nam dan zij. Vroom had Bleeker leren kennen omdat zij verbleef bij de buren, Gé Eising en zijn gezin, die woonden op het terrein van de Vuil Afvoer Maatschappij in Drijber. Wat Vroom niet wist was dat Bleeker door het verzet "gevangen" was genomen, omdat zij er van verdacht werd in augustus 1944 een aantal verzetsmensen te hebben verraden (wat zij inderdaad gedaan had). Vroom wist alleen dat Bleeker door de Sicherheitsdienst werd gezocht.

In de nacht van 6 op 7 maart 1945 raakte de SS-officier Hanns Albin Rauter, de Duitse leider van de politie in Nederland, bij de Woeste Hoeve op de oostelijke Veluwe zwaargewond bij een toevallige aanslag. Op 8 maart 1945 executeerden de Duitse bezetters als wraak 117 gevangenen bij de plaats van de aanslag, waaronder Dubbeldam, Schipper en Vroom en twee andere personen die als gevolg van het verraad van Bleeker waren aangehouden (Koop Schra en Piet van de Velde, directeur van het Bethesdaziekenhuis, waar de zender eerder had gestaan).

Jans jongere broer Max Vroom onthulde in april 2015 een stolperstein bij de gereformeerde kerk in Drijber.

Lees het hele verhaal op wiki
Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Koop Schra

Rechts van Jan Vroom is het graf van Koop Schra. Hij woonde in Beilen (Lieving) en had zich daar aangesloten bij het verzet. Tijdens de oorlog was Schra een naaste medewerker in het verzet van de politieman Nico Viëtor, het plaatselijke LO-hoofd (Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers). Hij hielp bij het onderbrengen van joden en neergestorte piloten, de verzorging van onderduikers en het vervoer van wapens.

Als gevolg van het verraad van Geessien Bleeker werd hij op 23 februari 1945 gearresteerd. Hij werd overgebracht naar het huis van bewaring in Assen.

In de nacht van 6 op 7 maart 1945 raakte de SS-officier Hanns Albin Rauter, de Duitse leider van de politie in Nederland, bij de Woeste Hoeve op de oostelijke Veluwe zwaargewond bij een toevallige aanslag. Op 8 maart 1945 executeerden de Duitse bezetters als wraak 117 gevangenen bij de plaats van de aanslag, waaronder vier andere personen die als gevolg van het verraad door Geesje Bleeker in Duitse handen waren gevallen (Pleunis Dubbeldam, Harmanus Schipper, Jan Vroom en Piet van de Velde).

Op de dag van de executie was Koop 27 jaar oud en verloofd.

Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Lambertus Bruulsema, Hendrik Wiegers, Lammert Zwanenburg

Weer een plaats rechts: Lambertus Bruulsema, Hendrik Wiegers, Lammert Zwanenburg

Alle drie waren bij het LO (Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers).

Lambertus Bruulsema, Hendrik Wiegers, Lammert Zwanenburg werden op 19 oktober 1944 zonder enige vorm van proces achter het crematorium van Kamp Westerbork gefusilleerd. Een gedenkteken aldaar geeft de plaats nog aan, alhoewel hun namen, geheel onterecht, daar niet vermeld staan.Direct na de fusillade werden hun lichamen door Joods personeel gecremeerd en de as in een gat in de grond ter plekke begraven. Een jaar later is hun as hier begraven.

Er zijn Stolpersteine voor hun gelegd:

  • Asserweg 12, Lambertus Bruulsema
  • Linthorst Homanweg 7, Hendrik Wiegers
  • Beilervaart 80, Lammert Zwanenburg
Lees meer over Lammert Zwanenburg Artikel Stolpersteine door G.J. Dijkstra

Het verluiden

In Drenthe verluidden de naobers vaak hun overleden buurman, hoewel de kerk over dit gebruik van heidense oorsprong niet altijd te spreken was. Toch konden deze gebruiken niet worden uitgebannen. Men bleef dit gebruik handhaven en ontving de kerk daaruit inkomsten.

In de Middeleeuwen dacht men zich een strijd tussen duivels en engelen om het bezit der ziel, nu trachtte men door lawaai maken, o.a. klokkengelui de duivel te weren. Dit laatste blijkt uit verschillende opschriften van doodsklokken: In de St. Clemenskerk te Steenwijk: Daemones fugito, d.i. ik jaag de duivels op de vlucht.

Het verluiden is het luiden van de torenklok direct na het overlijden; het middel om een sterfgeval algemeen bekend te maken. Aan het aantal slagen, voorafgaande aan het luiden, was te horen of het een man, vrouw of kind was. Men klept of klopt, drie maal als het een man betreft, twee maal voor een vrouw en één keer voor een kind, daarna begint het eigenlijke luiden. Kleppen of kloppen wil zeggen de klepel één keer tegen de klok slaan. Het verluiden gebeurde in de voormiddag. Soms duurde het wel een half uur. Dan was een veel gestelde vraag in het dorp: ‘Wie zul ‘r verlut weed’n ?’.

Voor pasgeboren kinderen werd gewoonlijk niet geluid, dikwijls werden zij tegen de avond begraven, men noemde dit wel een stille begrafenis. Pasgeboren, niet gedoopte kinderen telden niet mee, ze hebben nog geen ziel, die ontwikkelt zich pas langzamerhand in het lichaam, men behoefde hen dus nog niet te beschermen tegen de boze geesten door klokkengelui.

Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Café 't Zwaantje

We gaan nu het pad in welke in dezelfde richting als het graf van Koop Schra, dus richting de school. In het 2e graf links het graf van Abraham Padding en Aaltje Peeks. De grondlegger van Café ’t Zwaantje.

Abraham Padding was aannemer. Hij heeft in 1907 dit café aan de Markt gebouwd. Zijn zoon Jan werd later eigenaar van dit café. Jan kreeg de bijnaam Jan Poen. Van oorsprong was het een echt borreltjescafé met een ouder publiek. In de kelder stonden drie jenevervaten van elk 50 liter. Daar werden de flessen gevuld en bij aankoop van een fles jenever kreeg je als vrouw een reep chocolade en als man een borrel.

In 1959 is het café overgenomen door Bram Padding en zijn vrouw Zwaan. Het café is in 1963 na de verbouwing vernoemd naar zijn vrouw Zwaan. Het prachtige uithangbord met daarop een zwaan is gemaakt naar aanleiding van een idee van Hans Vredeveld, die een werkstuk moest maken voor zijn opleiding tot schilder. Hij maakte toen een papieren zwaan en plakte dat op de bar en zei: "Waarom noem je het café niet "Het Zwaantje". Bram Padding vond dat een goed idee en is met het ontwerp naar een siersmid in Den Dolder gegaan en die heeft het uithangbord gemaakt.


Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Oorlogsvrijwilliger

Zes graven verder links het graf van Berend Kalk, oorlogsvrijwilliger. Hij is gevallen te Staphorst. Ik heb helaas geen verdere info over hem weten te vinden.

Lees deze oproep in een krant uit 1945:

VRIJWILLIGE DIENSTNEMING.
Het is de wensch der Nederl. Regeering om, in afwachting van het weder oproepen van personeel ingevolge de Dienstplichtwet, zoo spoedig mogelijk te kunnen beschikken over geoefende troepen. Zij stelt daarom thans de gelegenheid open voor ALLE mannelijke Nederl. onderdanen tusschen 18 en 36 jaar om zich te melden als Oorlogsvrijwilliger voor dienstneming bij Leger, Vloot of Luchtstrijdkrachten, om overal ter wereld waar noodig militairen dienst te verrichten.

Aanmelding en inlichtingen bij het Aanmeldingsbureau MEPPEL

Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Molenaar aan de Molenstraat

We volgen het pad met een u-bocht naar links en lopen weer terug de begraafplaats op. Aan het eind van deze rij aan de linkerkant het graf van Piet Smit. Molenaar op de molen aan de Molenstraat. Hij was een befaamd jager en verteller. Als een van de eersten in Beilen had hij een auto: een Ford met het nummer D 863. Verder was hij van 1908-1949) organist in de Gereformeerde Kerk van Beilen. De molen stond op een heuvel. De molen is niet ongeschonden uit de oorlog gekomen. Op de dag voor de bevrijding werd ze door een kanonskogel van de Canadezen getroffen, zoals de meeste hogere bouwwerken in het dorp. De verwoesting was groot. Piet Smit zag het opknappen van de molen niet zitten; aan overheidssteun viel in de arme tijd na de oorlog niet te denken.

Een verhaal opgetekend door G. J. van Holthe in Beiler Courant 18 september 1991.

Piet Smit en z'n wonderhond.
... Voor de lezers die er nog minder verstand van hebben dan ik: Een jachthond is er niet voor om hazen te vangen. Juist niet! Maar als hij met zijn neus vaststelt, dat er een haas in de nabijheid is, moet hij "staan". Blijven staan waar hij staat! Als de baas hem in eerste instantie niet goed begrijpt, lukt dat uiteindelijk toch wel. Nu kwam het verhaal van Piet Smit hier op neer, dat hij een keer op jacht was en dat de hond bleef "staan". Maar nergens was een haas te bekennen! De wilddrager - bijna elke jager had een wilddrager, die ook moest proberen het wild dat zich gedeisd hield op te jagen - begon al te mopperen over: "zo'n waardeloze hond", maar Piets vertrouwen was ongeschokt! De drijver had een schop bij zich en Piet zei: "Ga hier maar graven!"
De drijver vond het onzin, maar hij moest wel graven! En wat vond hij op een halve meter diepte? Een pijpekop met een plaatje van een haas er op!
"Een wonderhond," zo beëindigde Piet later altijd zijn verhaal, als hij er weer eens over vertelde.

Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Tuberculose

Rechts liggen kindergraven. Loop naar de doorgang tussen de rodondendrons en de coniferen. We lopen nu tegen de achterkant aan van de grafsteen van de familie Ensing. Let op de sterfdata. Allen zijn overleden door tuberculose en dit was natuurlijk een tragedie. Zij waren niet de enigen. Besmettelijke ziekten, die nu bijna vergeten zijn door inenting op vroege leeftijd, maakten in de vorige eeuw veel slachtoffers. Tuberculose was tot in de vorige eeuw één van de meeste gevreesde doodsoorzaken. Lijders aan deze ziekte lagen in de Drentse dorpen veelal afzonderlijk in een tent in de tuin op beterschap te wachten.

Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Letterkundige

Loop naar de doorgang tussen de rodondendrons en de coniferen. Het padje rechts gaat weer naar een aantal kindergraven. Maar we gaan links en komen bij het graf van Hermine Kuik. De graftekst is in het Frans en dat trok mijn aandacht. Hermina Jantina Kuik, geboren in Hellendoorn, dochter van Herman Kuik en Trijntje Beugel (uit Smalbroek). Het graf van haar ouders ziet u twee graven verderop. Doctor Hermine Vieu Kuik was schrijver, editeur, letterkundige van de Nederlandse taal. In het tijdschrift voor de Nederlandse taal- en letterkunde staan publicaties van haar. Tijdens één van haar stages kwam ze in Parijs terecht en leerde zo Charles Vieu kennen. Ze trouwde met deze Franse predikant. Ze woonden in Gagny, 10 km. ten oosten van Parijs en later in Enschede. Ze had een bungalow in Spier en kwam vanwege familiebezoek vaak in Beilen.

Charles verongelukte in Parijs. Zijn wens was om in Beilen begraven te worden, want hij vond het heel fijn om in Drenthe te zijn. Hij is toen in een loden kist hier naar toe vervoerd.

De Hervormde Kerk in Beilen was op een gegeven ogenblik toe aan een nieuwe bijbel. Hermine heeft de kerk toen een nieuwe Statenbijbel geschonken.

Hermine reisde erg veel. Ze is tijdens een treinreis in Nederland overleden. In haar testament liet ze haar geld na aan haar neefjes en nichtjes op voorwaarde dat ze dit geld gebruikten om een reis te maken.

Op de grafsteen staat een Franse tekst uit Mattheus 52. Vertaald:

ieder mens die leerling gemaakt is in het Koninkrijk van de hemelen is gelijk aan een huiseigenaar die uit zijn schat nieuwe en oude dingen haalt.

In de officiële tekst van Mattheus staat niet ieder mens, maar iedere schriftgeleerde. En Hermine was schrifgeleerde. Overigens een echte tekst voor een letterkundige om de betekenis ervan te ontrafelen.

Uitleg over deze spreuk

Rouwtijd

Bij de overledene gingen de blinden of gordijnen dicht. Bij de buren ook of halfdicht.

De rouwtijd werd bepaald naar de graad van verwantschap tot de overledene. Voor ouders, kinderen en echtgenoten was de rouwperiode een jaar en zes weken. Zes weken zwaar; zes maanden half en zes maanden lichte rouw. Voor andere familieleden waren er kortere rouwperiodes.

De mannen droegen in de rouwperiode een zwarte lakense jas, broek en vest en een hoge hoed, met zwarte zijde of een andere stof omgeven. Aanvankelijk hing de zwarte zijde over de rug en werd bij het verlaten van het kerkhof om de hoed gebonden.

Op de eerste zondagen na het overlijden verschenen de mannen met deze hoed in de kerk. Niet-naverwante mannelijke familieleden droegen zowel bij de begrafenis als op de volgende zondagen meestal ter linkerzijde aan hun pet een zwarte kokarde. De vrouwen verschenen in het zwart gekleed met een hoed boven het oorijzer op het hoofd, die geheel of gedeeltelijk met zwarte stof overtrokken was. Ook de stiften van de oorijzers waren in de rouwtijd overtrokken met zwarte stof.

Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Ouders van Hermine

Herman Kuik en Trijntje Beugel. De ouders van Hermine Vieu Kuik. Herman en Trijntje zijn naar Hellendoorn verhuisd. Hij had daar een baan als telegrafist en stationschef bij de Staatsspoorwegen en de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij. Uit beide maatschappijen ontstond later de Nederlandsche Spoorwegen.
Herman is in Groningen overleden en Trijntje in Bedum.

Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Ds. Pieter Hekman en het verzet

We lopen nu verder in de richting van onze rug en lopen tegen de achterkant aan van het graf van Ds. Pieter Hekman en Aafke Veldstra. Hij was tijdens de oorlogsjaren dominee in Beilen. Daarna ging hij prediken in andere plaatsen. In 1953 werd hij emeritus predikant van de Gereformeerde Kerk van Westbroek (Utrecht).

In 1954 keerde ds. Hekman naar Beilen terug, waar hij tot na zijn 85ste jaar nog 's zondags in kerkdiensten voorging. Hij was hier een geliefde dominee. Hij was gehuwd met wijkverpleegster Aafke Veldstra.

In de oorlog waren zij betrokken bij het verzet. Zij waren nauw betrokken bij de verzorging van het joodse echtpaar Kats, manufacturiers uit Beilen, dat een onderduikplek had gekregen in de Gereformeerde Kerk aan de Hekstraat 40 in Beilen (nu rooms-katholieke kerk; de pastorie en de kosterswoning stonden in de onmiddellijke nabijheid).

Op vrijdag 21 maart 1945 werd Hekman voor het eerst verhoord. Op de vraag waarom hij was gearresteerd, antwoordde hij: "Het zal wel zijn om het geld van Zwanenburg". Hekman moest vertellen hoe het precies met dat geld zat. Halverwege zijn verhaal werd hij geïnterrumpeerd met de opmerking: "Dat weten wij al lang van u". Ds. Hekman werd verweten dat hij voor het illegale werk in verbinding stond met ds. Heerlink van Drijber. Wie deze beschuldigingen had geuit, was hem niet bekend. Tien dagen lang waren Hekman en Westerbeek celgenoten. Westerbeek vertelde Hekman enkele malen dat Geesje Bleeker alles had verraden. Ds. Hekman vermoedde dat Geesje Bleeker aan de SD had verteld over het vervoer van een vuurwapen van Viëtor door Koop Schra en het vervoer van joden door De Groot. Eind 1945 werd de Beiler predikant in vrijheid gesteld, nadat NSB-burgemeester Hendrik Cool zich persoonlijk borg voor hem had gesteld.

Hij heeft in Drenthe zich vooral beijverd voor het christelijk onderwijs en werkte mee aan de totstandkoming van een kleuterschool, een lagere school, een landbouwschool en het landbouwhuishoudonderwijs.

Lees meer over ds. Hekman
Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Gemeenteveldwachters in Beilen

We lopen door naar de laatste rij en gaan dan naar rechts. Op een veldkei een plaatje als grafherinnering van Ike Dijkstra, echtgenote van Willem Lodewijk Dondorff, de ouders van de eerder beschreven Jan Dondorff. Vergelijk grafmonumenten met elkaar. Vader Willem Lodewijk was dus rechtstreekse afstammeling van hieronder beschreven verhaal. Hij was de achterkleinzoon en kleinzoon van veldwachters in artikel in bijlage.

Hoe kwamen de Duitse Dondorffs in Nederland terecht?
De Dondorffs kwamen oorspronkelijk uit de Duitse stad Jena, gelegen in het dal van de rivier de Saale. Daar pachtte de betovergrootvader, dus 6e generatie) van Willem Lodewijk een wijngaard en was er ook bierbrouwer. Deze betovergrootvader van Willem Lodewijk Dondorff had, misschien wel door armoede gedwongen, omdat de stad Jena en zijn ouders veel beproevingen hadden doorstaan, het avontuur gezocht als militair en was na veel omzwervingen als gepensioneerd grenadier in Ter Heyl bij Roden neergestreken.

Toen de Pruisische prinses Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van stadhouder Willem V, was op die dag op weg naar Den Haag om de Staten van Holland te bewegen haar verdreven echtgenoot naar Den Haag terug te laten keren. Om dit te voorkomen hielden Patriotten uit Gouda haar tegen. De aanhouding was de directe aanleiding voor haar broer, Frederik Willem II van Pruisen om de republiek binnen te vallen en dit leidde weer tot de val van de Patriotten.
Dit gebeurde op het hoogtepunt van de strijd tussen de Patriotten en Orangisten. Deze Patriotten verzetten zich tegen de Nederlandse aristocratie met haar voorrechten en erfelijke ambten en dus ook tegen de Stadhouder en het stadhouderlijk stelsel. Daarnaast waren de meesten van hen ook anti-Engeland en pro-Frankrijk. Daar kwam nog bij dat stadhouder Willem V als een zwak leider werd gezien.
In dat Pruisische leger kwam Wilhelm Christiaan Jacob Dondorff, de vader van de latere veldwachter Lodewijk Dondorff, naar Nederland.
Toen het onderdeel van Wilhelm in Leiden verbleef, werd daar in 1790 Lodewijk geboren. Het was in die tijd de gewoonte dat de echtgenotes van de militairen meetrokken met de eenheden van hun mannen. Via Willemstad in Noord-Brabant, waar succesvol strijd tegen de Fransen werd geleverd, kwam grenadier Wilhelm Dondorff in Groningen terecht.
Daar werd zijn legeronderdeel in 1811 ontbonden. Hij zag kans arbeider op huize Ter Heyl onder Roden te worden en dat bleef hij tot zijn dood in augustus 1814.

Veldwachter Lodewijk Dondorff werd op 4 augustus 1790 in Leiden geboren als Johan Hendrik Lodewijk Dondorff. Hij was de zoon van Wilhelm Christiaan Jacob Dondorff en Fredrika Sophia Fugin. Hij huwde op 11 augustus 1820 met Jantje Duizendkonst en woonde met haar in Leek. Daar was in 1818 hun
oudste zoon Willem geboren, die bij het huwelijk van zijn ouders werd ‘gewettigd’. De andere kinderen werden in Roden geboren: Derk in 1820 (overleden in 1824), Frederika in 1822, Maaike in 1824 en Derk in 1826. Lodewijk Dondorff was arbeider op huize Ter Heyl onder Roden toen hij op 1 januari 1830 tot veldwachter in Beilen werd benoemd. Hij overleed op 5 november 1842 in Beilen.

In 1812 had hij de leeftijd om te worden opgeroepen voor militaire dienst.
Hij werd ingedeeld bij het 33e regiment lichte infanterie in het leger van de Franse keizer Napoleon en trok op naar Rusland. Lopend legde Lodewijk de afstand tot Moskou af. Bij de smadelijke aftocht van Napoleons leger wist Lodewijk de overkant van de rivier de Berezina te bereiken door over de
lijken van verdronken militairen de oversteek te volbrengen. Hij deserteerde uit het leger en kwam als een van de weinigen behouden terug. Kort na zijn aankomst te Roden overleed zijn vader en een half jaar later ook zijn enige broer. Lodewijk werd kostwinner, totdat zijn moeder in 1818 hertrouwde. Toen
Lodewijk kort daarop zelf in het huwelijk trad, was hij soldaat in dienst van de Nederlanden. Na zijn dienstijd werd hij weer arbeider op het landgoed Ter Heyl.

Op 1 januari 1830 werd hij tot veldwachter in Beilen benoemd. Hij overleed in 1842 na een ernstige ziekte. De zoon Lodewijk Dondorff wilde graag zijn vader opvolgen. Willem Dondorff werd op 5 november 1842 ‘provisioneel’ veldwachter. Op 27 november 1843 werd Willem Dondorff door de gouverneur definitief aangesteld als veldwachter in Beilen. Hij vroeg en kreeg eervol ontslag per 18 augustus 1857. Bijna vijftien jaar was Willem Dondorff veldwachter in de gemeente Beilen geweest tot volle tevredenheid van zijn superieuren.
De oud-veldwachter werd landbouwer en daarbij opziener der jacht en visserij. Later, in 1869, werd hij bovendien nachtwacht in Beilen en De Paltz. Dat bleef hij bijna vijfentwintig jaar. In het voorjaar van 1879, toen Beilen even zonder veldwachter zat, trok hij nog voor enkele weken het veldwachtersuniform aan. Willem Dondorff overleed 75 jaar oud op 29 september 1894 in Beilen.
Deze Willem Dondorff was dus de grootvader van deze Willem Lodewijk Dondorff.

Zie artikel over deze gemeenteveldwachters in bijlage.

Veldwachters, deel 2
Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

Willem Koning

We lopen terug naar de laatste rij aan de andere kant van het middenpad. Hier is het graf van Willem Koning. Hij opende in ongeveer 1916 een fietsenzaak, annex garagebedrijf in Beilen aan het begin van de Brinkstraat, begin Markt waar nu Hans Anders zit. Voor het pand stonden benzinepompen. De garagewerkplaats was bereikbaar vanaf de Torenlaan. Deze zaak werd later door Nicolai overgenomen.

Op de foto van fietsenwinkel Willem Koning in de Brinkstraat: Willem Koning met zijn vrouw Pietje Koning-Jonkers met tussen hen in hun dochter Jansje (07-06-1913). De vierde persoon is onbekend, waarschijnlijk een werknemer.

Willem had ook een taxibedrijf. Hij was zelf de taxichauffeur. In 1937 liet Willem een nieuwe garage plus woning bouwen op de Linthorst Homanweg. Nu is daar de Tackle Box gevestigd, daarvoor tapijthandel Vinke en weer daarvoor garage Raterink.

In dit graf ligt ook hun zoon Jan Koning. Jan verdronk tijdens een zwemwedstrijd in Beilen.

In het graf hiernaast ligt dochter Jansje (van de foto) begraven.

Meer over ongeval Jan Koning

Een begrafenis in het verleden

Een artikel geschreven door Gerben Dijkstra. Deze stond in een tijdschrift van de historische vereniging Beilen en omstreken.

Lees het artikel
Begraafplaatsroute Torenlaan, deel 4

(Net) niet zijn laatste rustplaats

Dit was de laatste van deze reeks van vier delen. Alhoewel er nog één ding te vermelden valt. Hier niet begraven, maar wel gestorven: Geert Nijboer. Op 21 december 2008 werd Geert Nijboer als vermist opgegeven. Geert is hier ongeveer op 13 januari 2009 gevonden. Hij was toen 54 jaar. Geert had vrijwel zijn hele leven al zijn eigen visie op het leven en de maatschappij. Hij had als jongeman een goede baan bij Rijkswaterstaat, maar hij nam al vrij snel zijn ontslag. Dat was niet zijn wijze van leven. Geert droomde er van om te kunnen leven als een vrij man met zijn eigen ideeën en idealen. Zijn nogal vaste overtuiging zorgde er onder andere voor, dat hij steeds meer alleen in leven kwam te staan. Op latere leeftijd trok hij er steeds mee op uit met een zelfgemaakt tentje. Hij verbleef dan enige nachten in de bossen hier in de omgeving. Maar 21 december werd Geert als vermist opgegeven. Dat hij soms wat langer weg bleef was niet zo vreemd. Maar bij zijn laatste afscheid begonnen er wat zorgen te rijzen bij zijn moeder. De temperatuur daalde ook onder het vriespunt. Rond de jaarwisseling vroor het ’s nachts al bijna 10 graden. In de kranten en TV-Drenthe werd een oproep gedaan om uit te kijken naar Geert. Het duurde tot 13 januari. Een medewerker van de gemeente Midden-Drenthe trof op deze plek een zelfgemaakt tentje aan. Daarin bleek de sinds 21 december vorig jaar vermiste 54 jarige Geert Nijboer uit Beilen te liggen. Hij was overleden. Bij het tentje en op de man zijn geen sporen aangetroffen die duiden op een misdrijf. Ook de lijkschouw heeft geen aanleiding gegeven voor nader politieonderzoek.

Lees krantenartikel over vermissing

In deze vier delen zijn zo’n 70 personen opgenomen. Alle 1400 personen zou dus een enorm verhaal worden. Van deze 70 personen heb ik een verhaal bij kunnen vinden, die enigszins aanspreken. Er zullen ongetwijfeld meer verhalen zijn. Weet u er één? Laat het me weten. Ik deze altijd nog opnemen in één van de vier delen op de website. Wanneer iemand aanvullingen heeft, laat het mij dan weten