Fruitbomen Beleefpark
Fruitbomen in Beleefpark Beilen West
17-12-2019.
Er zijn 10 fruitbomen geplant in het Beleefpark van Beilen West.
Rondje Beilen had Platform Beilen-West, het overkoepelende orgaan van alle wijkverenigingen in Beilen-West, benaderd voor het creëren van een wandelroute door hun buurt. Daaruit ontstond de werkgroep Ommetje Beilen-West. Zie ook: https://www.rondjebeilen.nl/beilen-west. Vanuit deze werkgroep kwam o.a. de wens om een aantal fruitbomen in het park te planten. Rondje Beilen heeft daarop Landschapsbeheer Drenthe benaderd en gevraagd om mee te denken in de werkgroep.
Landschapsbeheer schrijft op haar website het volgende over fruitbomen:
____________________
Vroeger had elke streek zijn eigen specifieke halfstamfruitboom, denk maar aan namen als ‘Groninger Kroon’ en de ‘Drentse Bellefleur’. Al deze rassen vertegenwoordigen een enorme cultuurhistorische rijkdom. In Drenthe had bijna elke boerderij wel een (kleine) boomgaard met een paar halfstamfruitbomen, voornamelijk voor eigen gebruik.
Economische betekenis
Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw verloren de half- en hoogstamfruitbomen hun economische betekenis door de komst van fruit in blik, de groenteboer of de plaatselijke supermarkt. Het onderhouden en oogsten van fruitbomen was tijdrovend en dus duur. Vanaf de jaren zestig zijn steeds minder fruitbomen aangeplant. Zeker voor het landschap en de biodiversiteit had dit grote gevolgen.
Vanaf de jaren tachtig zijn fruitbomen weer populair geworden. Soms uit nostalgie, maar ook doordat (grond)eigenaren het belang van fruitbomen voor het landschap inzien. In Drenthe zijn in het kader van landschaps- en ervenprojecten grote aantallen hoogstamfruitbomen geplant en bestaande bomen gesnoeid. Hierbij zet Landschapsbeheer Drenthe zich in voor streekeigen soorten.
Behoud van de hoogstamfruitboom
Landschapsbeheer Drenthe zet zich in voor de hoogstamfruitboom door onder andere het stimuleren van het planten van hoogstamfruitbomen, het geven van snoeicursussen, voorlichting over het gebruik van rassen en het beschikbaar stellen van (snoei) gereedschappen voor vrijwilligers(groepen).
____________________
Landschapsbeheer Drenthe heeft in deze gedachte 10 fruitbomen geschonken voor aanplant in het park.
Overzicht fruitbomen in Beleefpark Beilen West
- Zwijndrechtse Wijnpeer
- Appel: Glorie van Holland
- Stoofpeer: Winterlouwtje
- Appel: Luntersche Pippeling
- Appel: Drentsche Bellefleur
- Pruim: Opal
- Pruim: The Czar
- Appel: Zoete Kroon
- Stoofpeer: Gieser Wildeman
- Handpeer: Beurre de Merode

1. De Zwijndrechtse wijnpeer is een oud Nederlands ras, dat waarschijnlijk zijn oorsprong heeft in Zuid-Holland. De Zwijndrechtse wijnpeer is een lekkere handpeer die weinig eisen stelt aan de grondsoort en is niet gevoelig voor ziektes. Produceert goed, ook op jonge leeftijd. Zelfbestuiver.
Vanaf eind oktober plukrijp en consumptierijp, te bewaren tot december. Dit is een gezond soort en groeit op alle niet te natte gronden. Eind mei komen de witte bloemen met roze meeldraden te voorschijn.
Vrucht: middel grote, slanke peervorm, geelgroen met roeststippen. smaak: zeer sappig vruchtvlees met een zoete smaak en veel aroma.
2. Glorie van Holland.
De bloei is middentijds. Goed stuifmeel. De kleur van de bloesem is wat flets en neigt naar de kleur geel. Vooral na natte periodes zoals in 2014 kan de Glorie van Holland voor de tweede keer tot bloei komen in september.
Behoort tot de goede dragers. De vrucht is reeds vroeg in de zomer mooi gekleurd en wordt daardoor te vroeg gebruikt. De vrucht is na de oogst, half september, eerst hard en zonder geur. Pas na een paar weken bewaring komt het aroma vrij en krijgt de appel zijn heerlijke smaak.
De vrucht is consumptierijp vanaf oktober. Voor de pluk kan een gedeelte van de vruchten afvallen, welke een beschimmeld klokhuis blijken te hebben. Het is een hele lekkere zoete appel maar dit soort kan niet lang bewaard worden. Maar appelmoes hiervan is bijzonder goed van smaak.
3. Stoofpeer: Winterlouwtje.
Zeer oude stoofpeer. Kookt mooi rood en heeft een goede smaak. Kookt niet snel stuk.
Het vruchtvlees is wit van kleur. Het heeft een vaste structuur. Bij het rijpen is ze niet geschikt om uit de hand te eten. Bij het koken is de smaak zoet en wordt zij mooi rood van kleur.
Dit is een goede bewaarpeer, zoals de meeste stoofperen.
De vrucht heeft een mooie peervorm, is lang en smal en van middelmatige grootte, ongeveer 5 cm breed en 8 cm hoog. Mooi, glad, groengeel, tegen het rijpen lichtgeel met een rood kleurtje aan de zonzijde
De beste tijd om te oogsten is eind oktober. Zij wordt tegen het rijpen alleen wat rimpelig om de steel.
Het is een eerste klas stoofpeer, de vrucht is mooi op het oog en uitmuntend van smaak.
4. De Lunterse Pippeling is een oud Nederlands appelras. Het is een product van de Luntersche Tuinbouw-Vereeniging die in 1873 is opgericht door notaris J.H.Th.W. van den Ham.
De Lunterse Pippeling bloeit in mei en is zelfbestuivend. De bomen zijn al op jonge leeftijd vruchtbaar en kenmerken zich door een geringe ziektegevoeligheid. Eind oktober zijn de vruchten rijp. De vruchten zijn redelijk klein van stuk. Het vruchtvlees is saprijk, friszuur en vast maar met een matige smaak. Het uiterlijk wordt gekenmerkt door een ruwe, goudgeel gebronsde roestige schil met aan de zonzijde soms een rood streepje. De vruchten zijn zes maanden houdbaar.
Momenteel wordt de Lunterse Pippeling enkel nog in particuliere tuinen aangeplant als liefhebbersras.
5. De Malus domestica 'Drentse Bellefleur' is een appelboom die werd gevonden in Nieuw Amsterdam door de kweker de heer Zweers uit Coevorden. Op een tentoonstelling voor zaailingen in Lunteren in 1899 werd deze appelboom eervol gemeld als een prachtige appel die, zowel in vorm, kleur en smaak, onder de beste appels gerekend mag worden. Deze appelboom draagt appels die gebruikt kunnen worden als handappel.
Pluktijd is september. Deze appel is zacht, sappig en heeft een zoetzuur aroma.
6. Opal pruim. Deze pruim is sappig en zoet, paarsrode kleur van buiten en geel vruchtvlees, weinig gevoelig voor ziektes. Zelfbestuivend.
Naast de heerlijke zoete (soms wat zuurder van smaak) vruchten hebben pruimenbomen ook andere sierwaarden, De hagelwitte bloesem eind april en mei, maar pruimenbomen hebben ook een grote aantrekkings kracht voor insekten, vlinders en vogels, ze zijn er dol op.
Pluktijd: juli/augustus.
7. Pruim, de Czar. Kleine blauwpaars zoete pruim, Rijptijd: juli/augustus. Deze vrucht is vrij klein. Hij is stevig en sappig. Zelfbestuivend.
Naast de heerlijke zoete (soms wat zuurder van smaak) vruchten hebben pruimenbomen ook andere sierwaarden, De hagelwitte bloesem eind april en mei, maar pruimenbomen hebben ook een grote aantrekkingskracht voor insekten, vlinders en vogels, ze zijn er dol op.
8. De appelboom Zoete Kroon is een goede groeier, met een brede tot ronde kroon. Gevonden door de heer S.H. Brouwer te Noordbroek in de tuin van mevr. Van der Molen-Stelmaker aldaar rond 1870 en door Brouwer rond 1890 in de handel gebracht.
Dit ras werd Zoete Kroon genoemd om het te onderscheiden van een ander Gronings ras, de Groninger Kroon, dat ook wel Zure Kroon werd genoemd. Dit ras werd hoofdzakelijk in Groningen en wat in Noord-Holland geteeld. De Zoete Kroon is later opgekomen en ook weer later afgevoerd dan de Zoete Ermgaard, namelijk in 1975, maar de vrucht is kwalitatief iets minder dan de Zoete Ermgaard. De appel is genoemd naar de vrouw van de heer Brouwer, Jantje Kroon. Ook de Groninger Kroon is naar haar genoemd.
Vanaf eind september is deze appel plukrijp en consumptierijp. De Zoete Kroon bloeit eind mei met rozewitte bloemen, dit is een erg gezond soort. De appelboom Zoete Kroon is een zelfbestuiver (heeft geen andere appelbomen in de buurt nodig om appels te produceren). Maar met andere bomen als bestuiver in de buurt is de bestuiving wel beter, de Brabantse Bellefleur is een goede kruisbestuiver (bestuiven elkaar) en de Sterappel is een goede bestuiver vrucht: kleine ronde iets afgeplatte appel, geelgroen rood gemarmerd. smaak: appel met een zoete smaak. gebruik: als handappel, en als kookappel in de hete bliksem, tot eind december te bewaren.
9. De Gieser Wildeman (Pyrus communis 'Gieser Wildeman') is een stoofpeer. Pluktijd: begin half oktober. De peer is reeds lang voor het in de handel werd gebracht bekend in diverse dorpen langs de Merwede. De bloedrode puike stoofpeer kreeg de naam van Gijsbert Wildeman, uit de buurt van Gorinchem, in de volksmond Gies Wildeman genoemd en in de handel gebracht omstreeks 1850. In de commerciële fruitteelt is Gieser Wildeman in Nederland het meest geteelde stoofperenras. Daarnaast wordt op bescheiden schaal het stoofperenras Saint Rémy geteeld. Het areaal stoofperen in Nederland bedraagt ruim 250 hectare. In de volksmond wordt de naam 'Gieser' ook wel verbasterd tot 'Giesse'.
Wordt alleen als stoofpeer gebruikt, het is een zeer goede en zoete stoofpeer, suiker toevoegen is niet nodig, kookt mooi lichtrood af. Deze licht kaneelbruine, zeer regelmatig gevormde en houdbare peer is zo fraai van uiterlijk, dat ze zelfs ter verfraaiing van kerststukjes en andere bloemdecoraties wordt gebruikt. De vrucht van Gieser Wildeman is klein en van kleur bruingeel met veel roest. Het is een zeer goede, iets zoete stoofpeer met door steencellen korrelig vruchtvlees. Door deze stoofpeer langdurig te koken, 3 uur of langer, verdwijnen deze steencellen en wordt het vruchtvlees donkerbruin/rood. Maar de kleur komt alleen als de peren goed rijp zijn. Niet rijpe peren worden wel zoet maar blijven wit tot zacht roze.
10. De Beurre de Merode is een goede handpeer. Deze handpeer bloeit laat, en is rijp in september. De vrucht is genoemd (in 1819 door Prof. Jean Baptiste Van Mons) naar graaf Mérode de Westerloo die bekend is geworden in de slag bij Waterloo. Doyenné de Mérode kwam in Limburg, Zeeland en in de Betuwe veel voor en werd in de rassenlijst voor fruitgewassen van 1936 speciaal voor regenarme gebieden aanbevolen. Een groot gedeelte van de oogst werd naar Duitsland en Engeland geëxporteerd. Deze peer wordt nog vrij regelmatig in oude boomgaarden aangetroffen m.n. in het noorden.
Vruchtvlees:
Kristalachtig, knappend en als de vrucht goed rijp is zeer sappig en smeltend op de tong. Het vruchtvlees is vrij grof van structuur tot wat korrelig, wit tot geelwit van kleur. De smaak is min of meer rins en aangenaam fris met maar weinig aroma. Soms ook is de smaak matig. De vrucht wordt niet snel beurs.